Uitscheiding
Biologie voor niveau havo, vwo
Diagnostische vragen over uitscheiding.
diagnostische vragen, uitscheiding, nieren, urine, voorurine, iol
Hieronder zie je de dia’s inclusief toelichting. Gebruik de knop hieronder om de presentatie (Powerpoint) te downloaden.
Download presentatie (.pptx)
Deze PowerPoint bevat diagnostische vragen bij het thema bloedomloop.

Misvatting: Leerlingen denken dat de darmen uitscheidingsorganen zijn. Leerlingen realiseren zich vaak niet dat je via ademen water en koolstofdioxide uitscheidt.
Let wel: via gal wordt wordt wel ureum, bilirubine en enkele andere stoffen via de darmen uitgescheiden, afhankelijk van het niveau kun je deze nuancering benoemen. De lever doet in dat geval de uitscheiding.
A
B GOED
C
D Leerlingen denken dat ademen is voor het opnemen van stoffen en niet voor het uitscheiden van stoffen
Tip: voor variatie en voorbeelden kun je denken aan de termen: huilen, boeren, scheten, zaadlozing en menstruatie

Misvatting: Leerlingen denken dat het darmstelsel (endeldarm) een uitscheidingsorgaan is.
A
B Leerlingen realiseren zich vaak niet dat je via ademen water en koolstofdioxide uitscheidt.
C GOED
D
Tip: voor een hogere moeilijkheidsgraad kan de lever als uitscheidingsorgaan toegevoegd worden: deze scheidt ureum, bilirubine en enkele andere stoffen uit in gal, dat via de het darmkanaal het lichaam verlaat.

Misvatting: Leerlingen kunnen het onderscheid tussen intern en extern milieu moeilijk maken. Ze beseffen niet goed dat voorurine ook al het product is van uitscheiding en zich al in het extern milieu bevindt (een deel wordt gereabsorbeerd)
A Leerlingen zien urine als enige uitscheidingsproduct
B GOED
C Leerlingen denken dat dat ook bloedpasma onderdeel is van het extern milieu

Misvatting: Leerlingen denken dat de vorming van voorurine een actief proces is, terwijl het gebeurt door ultrafiltratie, waarbij de bloeddruk een rol speelt.
A GOED
B
C
D

Misvatting: De vorming van urine uit voorurine is een actief proces. Leerlingen weten niet waar die benodigde energie vandaan komt.
De energie die nodig is komt door verbranding in cellen van de nieren en door osmose..
A
B
C GOED
D

Misvatting: Leerlingen denken dat glucose passief wordt gereabsorbeerd.
A Leerlingen denken vaak dat transport altijd/vaak via osmose gaat
B
C GOED
Tip: Je kunt variëren met deze vraag door andere bestanddelen te noemen zoals: water, ureum, mineralen, aminozuren, hormonen, etc.

De vragen en toelichtingen vallen onder een CC BY-SA 4.0 licentie https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0