Bloedsomloop
Biologie voor niveau havo, vwo, vmbo
PowerPoint met diagnostische vragen bij het thema bloedsomloop
bloedsomloop, bloed, haarvaten, slagaders, aders, hart, zuurstof, voedingsstoffen, iol
Hieronder zie je de dia’s inclusief toelichting. Gebruik de knop hieronder om de presentatie (Powerpoint) te downloaden.
Download presentatie (.pptx)
Deze PowerPoint bevat diagnostische vragen bij het thema bloedsomloop.

Misvatting: Leerlingen denk dat alle slagaders zuurstofrijk zijn en alle aders zuurstofarm
A GOED
B Leerlingen zien ader en denken dat deze altijd zuurstof zijn
C Leerlingen weten niet dat de aorta een zuurstofrijk bloedvat is
Tip: je kan antwoord C eventueel weglaten
Tip: je kan eventueel ook een navelstrengslagader of navelstrengader toevoegen

Misvatting: Leerlingen denk dat alle slagaders zuurstofrijk zijn en alle aders zuurstofarm
A Leerlingen zien slagader en denken dat deze altijd zuurstofrijk zijn
B GOED
C Leerlingen denken dat de poortader zuurstof rijk is
Tip: je kan antwoord C eventueel weg laten

Misvatting: Leerlingen weten de stroomrichting van het bloed door het hart niet en/of vergeten dat er tussen de harthelften nog een kleine bloedsomloop zit
C GOED
Tip: je kan zelf variaties maken door het onderdeel in de vraag te veranderen

Misvatting: Leerlingen denken dat in haarvaten het bloed langzaam stroomt doordat de haarvaten nauw zijn en de kleine diameter van de haarvaten voor een grotere weerstand zorgt. In werkelijkheid stroomt het bloed langzamer door een groot oppervlak van het haarvatennet.
A Leerlingen denken dat een kleinere diameter voor een grote weerstand zorgt en dus de snelheid remt
B GOED
C Leerlingen denken dat de gezamenlijke inhoud van slagaders groter is dan van haarvaten
D Leerlingen denken dat het verlies aan stroomsnelheid komt door de langere tijd met weerstand
Tip: je kunt deze vraag ook stellen met bloeddruk in de vraag

Misvatting: Leerlingen denken dat hartspierweefsel de benodigde zuurstof krijgt van het bloed dat door de boezems en kamers stroomt.
A Leerlingen passen ten onrechte de regels voor naamgeving van bloedvaten toe op de kransslagader
B Leerlingen denken dat de hartspier zuurstof krijgt vanuit het bloed dat zich in de linkerkamer bevindt
C Leerlingen denken dat de hartspiercellen zuurstof krijgen vanuit de aorta
D GOED

Misvatting: Leerlingen kennen het begrip poortader niet goed en kunnen niet beredeneren waar voedingsstoffen het lichaam inkomen
A Leerlingen denken dat voedingsstoffen in de bovenste helft van het lichaam opgenomen worden
B Leerlingen beseffen niet dat de lever zelf ook al voedingsstoffen gebruikt en het hier dus lager is dan in de poortader
C Leerlingen weten dat het bloed in de onderste helft van het lichaam opgenomen wordt maar realiseren niet dat hier voedingsstofrijk bloed gemengd is met voedingsstofarm bloed uit de andere organen
D GOED
Tip: als vervolgstap kun je leerlingen de bloedvaten in de goede volgorde laten zetten (bv van hoog naar laag: D – B – C – A)

Misvatting: Leerlingen hebben (vanuit de onderbouw) het idee dat er één poortader is vanuit de darmen naar de lever.
A Leerlingen denken dat er alleen vanuit de darmen een poortader naar de lever gaat
B Leerlingen denken dat er alleen vanuit de darmen een poortader naar de lever gaat
C GOED
D Leerlingen denken dat ook vanuit de endeldarm het bloed eerst naar de lever gaat
Tip: pas op met gebruik in de onderbouw, het kan wenselijk zijn het daar simpeler te houden. Indien wel toegepast in onderbouw kun je hem versimpelen door D weg te halen en een optie met alleen de dunne darm toe te voegen.

Misvatting: Leerlingen denken dat de linkerkamer meer bloed wegpompt, omdat deze gespierder is.
A Leerlingen denken deze meer wegpompt omdat deze groter is.
B Leerlingen halen de linker- en de rechterkamer door elkaar.
C GOED

Misvatting: Leerlingen begrijpen niet dat zuurstof zich ook in het lichaam verplaatst zonder gehecht te zijn aan een rode bloedcel.
A GOED
B Leerlingen denken dat bloedcellen per definitie niet buiten de bloedbaan kunnen komen
C Leerlingen denken dat weefselvloeistof en bloedplasma hetzelfde zijn
D Leerlingen denken dat zuurstof niet zonder rode bloedcellen verplaatst kan worden

Misvatting: Leerlingen denken dat koolstofdioxide alleen door rode bloedcellen of alleen door plasma getransporteerd wordt.
A Leerlingen denken dat koolstofdioxide alleen door plasma wordt getransporteerd
B Leerlingen denken dat koolstofdioxide alleen door de rode bloedcellen wordt getransporteerd
C GOED
D Leerlingen denken dat bloedplaatjes ook een rol hebben bij het transport in de bloedsomloop

De vragen en toelichtingen vallen onder een CC BY-SA 4.0 licentie https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0