Elementen, verbindingen MHV
Scheikunde voor niveau havo, vwo, havo 3, vwo 3, vmbo, vmbo tl, 4, vwo, 3, vmbo tl, 3
Powerpoint met diagnostische vragen over elementen en verbindingen om snel formatief te handelen
nask2, mavo, vmbo gt, havo, vwo, derde klas, scheikunde, verbindingen, elementen
Hieronder zie je de dia’s inclusief toelichting. Gebruik de knop hieronder om de presentatie (Powerpoint) te downloaden.
Download presentatie (.pptx)

Misvatting: Leerlingen denken dat moleculen hetzelfde zijn als er evenveel atomen in zitten van dezelfde soort. Er is geen onderscheid tussen coëfficiënt en index cijfer.
A de leerling denkt dat omdat er van alles evenveel atomen zijn, het ook dezelfde stoffen zijn( CH is een andere molecuulformule dan C2H2 en dus een andere stof (stof I kan überhaupt niet bestaan)
B de leerling denkt dat omdat er van alles evenveel atomen zijn, het ook dezelfde stoffen zijn C2H2 (ethyn) en C6H6 (benzeen) zijn niet dezelfde stoffen
C de leerling denkt dat omdat er van alles evenveel atomen zijn, het ook dezelfde stoffen zijn
D GOED Geen van de 3 zijn hetzelfde

Misvatting: leerlingen verwarren elementen met verbindingen.
A leerlingen denken dat een element alleen maar niet ontleed kan worden, maar geen zuivere stof hoeft te zijn.
B leerlingen denken dat een element alleen maar zuiver is, maar dat het uit meerdere atomen bestaat.
C GOED
D zie A en B

misvatting: leerlingen denken dat een mengsel een molecuul si van meerdere atoomsoorten, ze halen element en verbinding door elkaar.
A leerlingen denken dat een mengsel altijd 1 stof wordt(of uit verschillende atomen bestaat), en weten niet dat er diatomische moleculen bestaan.
B leerlingen denken dat een mengsel meerdere(verschillende) atomen bestaat.
C Leerlingen denken dat in de notatie van een mengsel moet een + teken staan en weten niet dat sommige elementen diatomische moleculen zijn.
D GOED

misvatting: leerlingen weten niet wat elementen zijn
A leerlingen denken dat meerdere elementen samen een element vormen. Lucht is een mengsel (alleen de Grieken dachten dat dit één van de vier elementen was)
B GOED
C leerlingen denken dat de stoffen in lucht niet ontleedbaar zijn. Lucht bevat zowel elementen als verbindingen, maar de elementen zijn niet ontleedbaar.
D Leerlingen denken dat Lucht een mengsel is.

Misvatting: Leerlingen halen atomen en moleculen door elkaar
A goed, leerlingen denken dat alle molecuulformules soorten stoffen aangeven
B leerlingen denken dat elementen geen stoffen zijn
C leerlingen verwarren atomen en moleculen

Misvatting: Leerlingen halen atomen en moleculen door elkaar
A leerlingen denken dat alle weergegeven formules moleculen zijn.
B GOED
C leerlingen verwarren elementen, atomen en moleculen

Misvatting: Leerlingen halen atomen en moleculen door elkaar
A GOED
B leerlingen denken dat H2 en H4 verschillende atoomsoorten zijn
C leerlingen denken dat H2, H4, O=O, O en O2 aparte atoomsoorten zijn

leerlingen denken dat een atoomsymbool niet uit een Hoofdletter en eventueel een kleine letter bestaat.
A Leerlingen denken dat alleen de hoofdletter bij het symbool hoort
B GOED
C Leerlingen vergeten dat de tweede letter van het symbool een kleine letter is
D Leerlingen vergeten dat de tweede letter van het symbool een kleine letter is
E Goed
F Leerlingen denken dat de eerste letters van de naam ook het symbool is.

misvatting: leerlingen kunnen de namen van verbindingen niet goed geven.
A FOUT: leerlingen denken dat de index voor het atoom, het aantal aangeeft voor het atoom staat
B Fout: leerlingen denken dat het cijfer ervoor nooit hoeft omdat dat bij mono weggelaten mag worden.
C FOUT: leerlingen denken dat het cijfer 2 voor allebei de atomen geldt.
D GOED

misvatting: leerlingen weten niet dat het laatste atoom in een molecuul naam de uitgang -ide heeft en/of ze weten niet dat F fluor is
A heeft niet de uitgang – ide
B GOED
C heeft niet de uitgang -ide EN leerlingen denken dat F voor fosfor staat en weten niet dat F staat voor fluor.
D leerlingen denken dat F staat voor fosfor en weten niet dat F staat voor fluor.

misvatting: leerlingen weten niet hoe verschillende (aantallen) atomen in een molecuulformule worden weergegeven.
A leerlingen halen atomen en moleculen door elkaar
B leerlingen denken in atoomsoorten
C goed

De vragen en toelichtingen vallen onder een CC BY-SA 4.0 licentie https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0