Verbranding en stofwisseling
Biologie voor niveau havo, vwo, vmbo
Deze PowerPoint bevat diagnostische meerkeuzevragen over verbranding en stofwisseling.
verbranding, zuurstof, dissimilatie, stofwisseling, substraat, enzym, enzym activiteit, mitochondriën, endotherm, exotherm, denatureren
Hieronder zie je de dia’s inclusief toelichting. Gebruik de knop hieronder om de presentatie (Powerpoint) te downloaden.
Download presentatie (.pptx)

Misvatting: Leerlingen denken dat zuurstof energie bevat of brandstof is.
A Leerlingen denken dat zuurstof energie bevat / een brandstof is.
B Leerlingen verwarren het afbreken van voedingsstoffen door enzymen met verbranding.
C GOED

Misvatting: De leerlingen denken dat verbranding alleen in specifieke cellen plaatsvindt en begrijpen niet dat dit in alle cellen plaatsvindt.
A Leerlingen denken dat alleen rode bloedcellen zuurstof gebruiken omdat ze weten dat zuurstof daar bindt.
B Leerlingen denken dat alleen spiercellen zuurstof gebruiken omdat spieren ze weten dat spieren veel energie nodig hebben.
C Leerlingen weten dat de longen zuurstof opnemen en denken daarom dat alleen die cellen het gebruiken.
D GOED

Misvatting: Leerlingen verwarren de functies van de celorganellen.
A Leerlingen denken dat de celkern alles regelt en dus ook de verbranding daar plaatsvindt.
B Leerlingen verwarren fotosynthese met verbranding.
C Leerlingen verwarren de anaërobe dissimilatie met de aërobe.
D GOED
Tip: afhankelijk van het niveau kun je variëren met celonderdelen

Misvatting: Leerlingen denken dat planten niet aan verbranding doen. Leerlingen denken dat de fotosynthese de ademhaling bij planten is, en leerlingen denken dat de cellulaire ademhaling of verbranding bij planten alleen in de nacht plaatsvindt.
A Leerlingen denken dat de fotosynthese voor een plant voldoende is om aan energie te komen.
B Leerlingen denken dat er alleen verbranding plaatsvindt tijdens fotosynthese, omdat alleen dan glucose wordt gemaakt.
C Leerlingen denken dat de verbranding alleen in de nacht plaatsvindt, want dan ademen ze CO uit.
D GOED

Misvatting: Leerlingen weten dat planten zuurstof kunnen maken, maar zien niet in dat planten ook zelf zuurstof nodig hebben. Leerlingen denken dat planten altijd koolstofdioxide inademen en zuurstof uitademen.
Leerlingen denken dat planten nooit zuurstof hoeven op te nemen omdat ze zelf zuurstof kunnen maken.
A Leerlingen denken dat de plant zuurstof maakt als bijproduct en dit zelf niet nodig heeft.
B Leerlingen halen fotosynthese en dissimilatie door elkaar en daarnaast dezelfde fout als bij antwoord C.
C Leerlingen denken dat de plant overdag geen zuurstof nodig heeft, want dan is er fotosynthese.
D GOED
Tip vervolgvraag: Waar haalt de plant de zuurstof vandaan overdag en ‘s nachts?

Misvatting: Leerlingen hebben meerdere misvattingen rondom temperatuur en verbranding in endo- en exotherme dieren.
A GOED
Tip: Laat leerlingen samen bespreken en opschrijven waarom ze een antwoord kiezen zodat je zicht krijgt op de specifieke misvattingen in jouw klas.
Tip: Laat de antwoorden op volgorde zetten van meeste verbranding naar minste verbranding (A – B – D – C).
Let op: licht toe dat de haai en de dolfijn in dit voorbeeld dezelfde grootte en activiteit hebben.

Misvatting: Leerlingen denken dat enzymen verbruikt worden i.p.v. dat ze gebruikt worden.
A Leerlingen denken dat het enzym net als in een chemische reactie wordt omgezet in een andere stof.
B Leerlingen verwarren substraat met product. Zie toelichting bij A.
C Leerlingen denken dat het enzym wordt verbruikt/kapot gaat door de reactie en maar één keer gebruikt kan worden.
D GOED

Misvatting: Leerlingen begrijpen niet goed waardoor enzymactiviteit afwijkt van het optimum bij lagere en hogere temperaturen.
A GOED
B Leerlingen kijken naar de y-as, maar weten niet dat de enzymen bij P allemaal nog functioneel zijn en bij Q al een deels gedenatureerd.
C Leerlingen zien waarschijnlijk de gedenatureerde enzymen als niet actieve enzymen.

Misvatting: Leerlingen begrijpen niet goed waardoor enzymactiviteit afwijkt van het optimum bij lagere en hogere temperaturen.
A Leerlingen denken dat dat bij een hogere temperatuur de enzymen bruikbaarder worden (door meer beweging).
B Leerlingen begrijpen niet dat de hogere temperatuur zorgt voor minder bruikbare enzymen door denaturatie.
C GOED

De vragen en toelichtingen vallen onder een CC BY-SA 4.0 licentie: https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0