Hoe zet je dit effectief in je les in?
Wanneer je een diagnostische vraag effectief inzet zorg je dat alle leerlingen nadenken over het antwoord en vervolgens tegelijk een zichtbaar antwoord geven voor jou als docent. Er zijn verschillende manieren om alle leerlingen tegelijk antwoord te laten geven op een diagnostische vraag. Onze favoriete manier is vingers opsteken, omdat dit snel kan en leerlingen niks nodig hebben. Een voorbeeld van een effectieve afname:
- Eventuele introductie wat je van leerlingen verwacht en waarom
- De vraag komt op het bord
- Leerlingen denken in stilte na over hun antwoord
- Tel af: 3, 2, 1 …
- Leerlingen steken tegelijk hun hand in de lucht met het aantal vingers van wat zij denken dat het goede antwoord is. Een vuist mag ook als ze het echt niet weten.
- Neem als docent even de tijd om het lokaal te scannen, verlang van élke leerling dat deze een goed zichtbaar antwoord geeft.
Er zijn veel verschillende mogelijkheden om een vervolg vorm te geven. We geven hier een voorbeeld:
- De docent geeft het goede antwoord
- De docent geeft een korte instructie waarom dit antwoord goed is en waarom andere antwoorden fout zijn
- Leerlingen geven 30 seconden in duo’s uitleg aan elkaar:
- “Antwoord … is goed omdat …. “
- Docent loopt een ronde door de klas en kan foute antwoorden corrigeren (evt. klassikaal wanneer meer leerlingen die fout maken)
- Docent geeft een nieuwe diagnostische vraag over hetzelfde leerdoel (spiegelvraag). Dit heeft meerdere voordelen:
- Leerlingen moeten wat ze net geleerd hebben toepassen op een nieuw voorbeeld (testeffect & herhaling)
- De docent kan zien of nu wel alle leerlingen het begrepen hebben
- Veel leerlingen ervaren een succeservaring doordat ze het nu wel kunnen
Het is nuttig om met collega’s in je school te bespreken hoe ze diagnostische vragen afnemen en reageren op de antwoorden. Voor leerlingen is het prettig als meerdere docenten dezelfde aanpak gebruiken.