Zenuwstelsel
Biologie voor niveau havo, vwo, vmbo
Deze PoiwerPoint bevat diagnostische vragen bij het thema zenuwstelsel
diagnostische vragen, prikkel, impuls, ruggenmerg, synaps, impulsoverdracht, zintuigcellen, impulsgeleiding, zenuwcel, zenuw, iol
Hieronder zie je de dia’s inclusief toelichting. Gebruik de knop hieronder om de presentatie (Powerpoint) te downloaden.
Download presentatie (.pptx)
Dit is een PowerPoint met diagnostische vragen bij het thema ademhaling.

Misvatting: Leerlingen verwarren de begrippen impuls en prikkel.
A Leerlingen denken dat prikkels inwendig voorkomen
B Leerlingen denken dat het algemene woord ‘signaal’ specifiek genoeg is
C GOED

Misvatting: Leerlingen verwarren de begrippen prikkel, impuls en neurotransmitters.
A GOED
B Leerlingen verwarren prikkel en impuls
C Leerlingen verwarren prikkels met neurotransmitters
Tip: voor de bovenbouw kun je ook intern milieu toevoegen in de antwoordopties en/of de bespreking

Misvatting: Leerlingen vinden het moeilijk de eerste stap van een reactieproces (van prikkel tot gedrag) te onderscheiden.
A GOED
B Leerlingen denken dat prikkels in de hersenen binnenkomen of beginnen
C Tsja, waarom zou een leerling dit in hemelsnaam kiezen? We horen het graag
D Leerlingen denken dat de gevoelszenuwcel de prikkel omzet
Tip: in de bovenbouw vwo kun je bespreken dat bij pijnpunten de uitlopers zowel zintuigcel als gevoelszenuwcel zijn

Misvatting: Leerlingen herkennen de richting van de impulsoverdracht niet / snappen niet hoe een synaps werkt.
A Leerlingen denken dat het cellichaam stoffen vormt
B Leerlingen halen de plek waar de stoffen vrijkomen door de war met waar die effect hebben
C GOED
D Leerlingen denken dat er pas verderop in de cel effect kan hebben

Misvatting: Leerlingen denken dat in een synaps door beide zijdes neurotransmitters worden afgegeven.
A Leerlingen weten niet dat de impulsoverdracht altijd richting het motorisch eindplaatje gaat
B GOED
C Leerlingen weten dat de impuls twee kanten op gaat, maar weet niet dat de impuls maar aan een kant doorgegeven wordt in de synaps

Misvatting: Leerlingen denken dat in een synaps door beide cellen/zijden neurotransmitters worden afgegeven.
A GOED
B Leerlingen weten niet goed hoe de richting van een synaps werkt
C Leerlingen denken dat beide zijden van de synaps neurotransmitters afgeven

Misvatting: Leerlingen denken dat de impuls maar in één richting door een zenuwcel kan gaan
A Leerlingen denken dat de impuls enkel naar het cellichaam gaat
B Leerlingen denken dat de impuls enkel van het cellichaam af gaat
C GOED
D Leerlingen denken dat de impuls alleen kan beginnen aan het begin of eind van een zenuwcel
Bron afbeelding

Misvatting: Leerlingen denken dat de impuls maar in één richting door een zenuwcel kan gaan. Leerlingen herkennen de richting van de impulsoverdracht niet / snappen niet hoe een synaps werkt.
A Leerlingen denken dat de impuls alleen richting synaps gaat
B Leerlingen denken dat de impuls alleen richting receptor gaat
C GOED
D Leerlingen denken dat de impuls altijd over een synaps kan worden doorgegeven

Misvatting: Leerlingen verwarren de functies van het ruggenmerg en de wervelkolom.
A Leerlingen denken dat het ruggenmerg hetzelfde is als de wervelkolom
B Leerlingen denken dat het ruggenmerg hetzelfde is als de wervelkolom
C GOED

De vragen en toelichtingen vallen onder een CC BY-SA 4.0 licentie: https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0